Hoe werkt Valve Protector?
Het systeem bestaat uit een additief tank en een pomp die wordt bestuurd door middel van een elektronische doseerunit. Om de vereiste hoeveelheid additief te berekenen worden de injectietijd van de injector gebruikt. Hoe langer de openingstijden van de injectoren, hoe hogere belasting, hoe meer additief wordt ingespoten. De inspuiting van het additief wordt gedaan direct in het inlaatspruitstuk met behulp van 1 of meerdere ventielen. De additieftank is voorzien van een niveausensor en een waarschuwingslampje gaat branden wanneer de additief tank bijna leeg is. De juiste dosering wordt met behulp van een laptop specifieke voor het voertuig aangepast. Alle materialen die gebruikt worden voor het Valve Protector systeem zijn van bewezen hoge Duitse kwaliteit.
Op de markt zijn ook diverse goedkopere sets verkrijgbaar, maar dit zijn vaak vacuüm gerefereerde systemen. Auto Dieker maakt alleen gebruik van doseerunits welke zijn uitgevoerd met een elektronische pompje, hiermee is een nauwkeurige dosering van het additief gegarandeerd. Vacuüm gerefereerde systemen behalen deze nauwkeurigheid niet, o.a. door het variërende vacuüm in het inlaatspruitstuk.
Er zijn 2 types valve-protector systemen die wij toepassen. De keuze tussen deze types maken we geheel afhankelijk van uw merk & type motor, uw rijstijl, wel of geen turbo, ect.
Type 1: Maakt gebruik van centrale inspuiting, voor alle cilinders.
Type2: Maakt gebruik van een sequentiële inspuiting, het additief wordt dus per cilinder ingespoten.
Type 1 is voor de meeste motoren en rijstijlen afdoende en passen we ook veel toe op turbo motoren, zoals van Volvo. Type 2 gebruiken we bij meer gevoeligere motoren, met zeer zachte klepzittingen. Bijvoorbeeld Suzuki. Vialle heeft hier zeer succesvolle resultaten mee behaald, tijdens gecontroleerde test cyclussen. Waar zonder klepsmeersysteem de kleppen al bij 30.000KM gesteld moesten worden, is dit met het type 2 klepsmeer systeem terug gebracht naar fabriekswaarde. (dus zoals op benzine).